ecologiseren

Conjugations List of Ecologiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikecologiseerecologiseerdeheb geëcologiseerd
jij, je, uecologiseertecologiseerdehebt geëcologiseerd
hij, zij, hetecologiseertecologiseerdeheeft geëcologiseerd
wijecologiserenecologiseerdenhebben geëcologiseerd
jullieecologiserenecologiseerdenhebben geëcologiseerd
zij, zeecologiserenecologiseerdenhebben geëcologiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ecologiseren with some of the pronouns.

  • Ik ecologiseer de tuin door biologische bestrijdingsmiddelen te gebruiken.
  • Jij ecologiseert jouw levensstijl met duurzame keuzes.
  • Hij/Zij ecologiseert het kantoor door papierloos te werken.
  • Wij ecologiseren onze buurt door zonnepanelen te installeren.
  • Jullie ecologiseren het voedselsysteem door lokaal en seizoensgebonden te eten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ecologiseren with some of the pronouns.

  • Ik ecologiseerde vroeger al mijn afval.
  • Jij ecologiseerde regelmatig openbare ruimtes door zwerfafval op te ruimen.
  • Hij/Zij ecologiseerde het gebouw door isolatie aan te brengen.
  • Wij ecologiseerden ons transport door fietsen te gebruiken.
  • Jullie ecologiseerden de schoolomgeving met groene initiatieven.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ecologiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de tuin geëcologiseerd met natuurlijke materialen.
  • Jij hebt jouw levensstijl geëcologiseerd door plastic afval te verminderen.
  • Hij/Zij heeft het kantoor geëcologiseerd door energiebesparende maatregelen te nemen.
  • Wij hebben onze buurt geëcologiseerd met een gezamenlijke moestuin.
  • Jullie hebben het voedselsysteem geëcologiseerd door lokale boeren te ondersteunen.