erlangen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | erlang | erlangde | heb erlangd |
jij, je, u | erlangt | erlangde | hebt erlangd |
hij, zij, het | erlangt | erlangde | heeft erlangd |
wij | erlangen | erlangden | hebben erlangd |
jullie | erlangen | erlangden | hebben erlangd |
zij, ze | erlangen | erlangden | hebben erlangd |
Presens
Example presens sentences for Erlangen with some of the pronouns.
- Ik verkrijg nieuwe kennis.
- Jij behaalt goede resultaten.
- Hij bereikt zijn doelen.
- Zij verwerft belangrijke vaardigheden.
- Wij bekomen positieve feedback.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Erlangen with some of the pronouns.
- Vroeger verkreeg ik nieuwe kennis.
- Toen behaalde jij goede resultaten.
- Hij bereikte zijn doelen vorig jaar.
- Zij verwierf belangrijke vaardigheden in haar vorige baan.
- Wij bekamen positieve feedback tijdens het project.
Perfectum
Example perfectum sentences for Erlangen with some of the pronouns.
- Ik heb nieuwe inzichten verkregen.
- Jij hebt goede resultaten behaald.
- Hij heeft zijn doelen bereikt.
- Zij heeft belangrijke vaardigheden verworven.
- Wij hebben positieve feedback bekomen.