fulmineren

Conjugations List of Fulmineren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfulmineerfulmineerdeheb gefulmineerd
jij, je, ufulmineertfulmineerdehebt gefulmineerd
hij, zij, hetfulmineertfulmineerdeheeft gefulmineerd
wijfulminerenfulmineerdenhebben gefulmineerd
julliefulminerenfulmineerdenhebben gefulmineerd
zij, zefulminerenfulmineerdenhebben gefulmineerd