fusioneren

Conjugations List of Fusioneren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfusioneerfusioneerdeheb gefusioneerd
jij, je, ufusioneertfusioneerdehebt gefusioneerd
hij, zij, hetfusioneertfusioneerdeheeft gefusioneerd
wijfusionerenfusioneerdenhebben gefusioneerd
julliefusionerenfusioneerdenhebben gefusioneerd
zij, zefusionerenfusioneerdenhebben gefusioneerd

Presens

Example presens sentences for Fusioneren with some of the pronouns.

  • Bedrijven fuseren om hun concurrentiepositie te versterken.
  • Wij fusioneren met een ander bedrijf om onze marktaandeel te vergroten.
  • Deze twee organisaties fuseren tot één grote instelling.
  • Veel bedrijven overwegen te fusioneren om kosten te besparen.
  • Het managementteam besluit te fusioneren met een strategische partner.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Fusioneren with some of the pronouns.

  • Vroeger fuseerden bedrijven voornamelijk om schaalvoordelen te behalen.
  • Tijdens de economische crisis waren er minder fusies tussen bedrijven.
  • Er werd vaak gespeculeerd over welke bedrijven zouden gaan fuseren.
  • De organisatie probeerde te fuseren, maar de deal ging niet door.
  • In het verleden werden fusies soms gezien als een risicovolle strategie.

Perfectum

Example perfectum sentences for Fusioneren with some of the pronouns.

  • Onze organisatie heeft vorig jaar gefuseerd met een internationale onderneming.
  • Zij zijn betrokken geweest bij verschillende fusies in de afgelopen jaren.
  • Na maanden van onderhandeling hebben we eindelijk succesvol gefuseerd.
  • Het bedrijf heeft meerdere kleinere bedrijven samengevoegd en is nu gegroeid.
  • Ik heb ervaring opgedaan tijdens het fusieproces van twee grote organisaties.