gedragen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gedraag | gedroeg | heb gedragen |
jij, je, u | gedraagt | gedroeg | hebt gedragen |
hij, zij, het | gedraagt | gedroeg | heeft gedragen |
wij | gedragen | gedroegen | hebben gedragen |
jullie | gedragen | gedroegen | hebben gedragen |
zij, ze | gedragen | gedroegen | hebben gedragen |
PresensBeta
Example presens sentences for Gedragen with some of the pronouns.
- Ik gedraag me altijd beleefd tegenover anderen.
- Jij gedraagt je als een echte heer.
- Hij gedraagt zich soms wat eigenaardig.
- Zij gedraagt zich als een ware professional.
- Wij gedragen ons verantwoordelijk in deze situatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gedragen with some of the pronouns.
- Vroeger gedroeg ik me vaak onbezonnen.
- Toen ik jong was, gedroeg ik me als een rebel.
- Hij gedroeg zich vroeger anders dan nu.
- Zij gedroeg zich altijd voorbeeldig op school.
- Wij gedroegen ons als kinderen soms erg wild.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gedragen with some of the pronouns.
- Ik heb me altijd beleefd gedragen tegenover anderen.
- Jij hebt je als een echte heer gedragen.
- Hij heeft zich soms wat eigenaardig gedragen.
- Zij heeft zich als een ware professional gedragen.
- Wij hebben ons verantwoordelijk gedragen in deze situatie.