geilen

Conjugations List of Geilen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgeilgeildeheb gegeild
jij, je, ugeiltgeildehebt gegeild
hij, zij, hetgeiltgeildeheeft gegeild
wijgeilengeildenhebben gegeild
julliegeilengeildenhebben gegeild
zij, zegeilengeildenhebben gegeild

Presens

Example presens sentences for Geilen with some of the pronouns.

  • Ik geil op mooie landschappen.
  • Jij geilt op spannende boeken.
  • Hij/zij geilt op snelle auto's.
  • Wij geilen op lekker eten.
  • Jullie geilen op avontuurlijke reizen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Geilen with some of the pronouns.

  • Vroeger geilde ik op rockmuziek.
  • Toen ik jong was, geilde jij op popsterren.
  • Hij/zij geilde altijd op thrillers.
  • Wij geilden vroeger op videogames.
  • Jullie geilden als kinderen op sprookjes.

Perfectum

Example perfectum sentences for Geilen with some of the pronouns.

  • Ik heb gegieled toen ik die mop hoorde.
  • Jij hebt gegieled om die grappige video.
  • Hij/zij heeft gegieled tijdens de komedieshow.
  • Wij hebben gegieled tijdens het feestje.
  • Jullie hebben gegieled om de gekke foto's.