geschieden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geschied | geschiedde | ben geschied |
jij, je, u | geschiedt | geschiedde | bent geschied |
hij, zij, het | geschiedt | geschiedde | is geschied |
wij | geschieden | geschiedden | zijn geschied |
jullie | geschieden | geschiedden | zijn geschied |
zij, ze | geschieden | geschiedden | zijn geschied |
PresensBeta
Example presens sentences for Geschieden with some of the pronouns.
- Het geschiedt vaak dat mensen veranderingen moeilijk vinden.
- Ik geschiede de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
- Geschiedenissen van oude beschavingen boeien mij enorm.
- Het geschiedt regelmatig dat er misverstanden ontstaan tijdens communicatie.
- Wanneer geschiedt het moment dat we elkaar weer zien?
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Geschieden with some of the pronouns.
- Vroeger geschiedde het regelmatig dat mensen met de trein reisden.
- Toen ik jong was, geschiedde het vaak dat ik naar de bibliotheek ging.
- De gebeurtenis geschiedde in een ver verleden.
- Het geschiedde keer op keer dat hij zijn beloftes niet nakwam.
- Het geschiedde altijd op dezelfde plek, op dezelfde dag van het jaar.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Geschieden with some of the pronouns.
- De gebeurtenis is gisteren geschied.
- Ik ben nog nooit zoiets ongewoons tegengekomen in mijn leven.
- Heb je gehoord wat er vorige week geschied is?
- Zij hebben de hele nacht gewerkt om dit project te voltooien.
- Het is al geschied voordat we het doorhadden.