gevangennemen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | neem gevangen | nam gevangen | heb gevangengenomen |
jij, je, u | neemt gevangen | nam gevangen | hebt gevangengenomen |
hij, zij, het | neemt gevangen | nam gevangen | heeft gevangengenomen |
wij | nemen gevangen | namen gevangen | hebben gevangengenomen |
jullie | nemen gevangen | namen gevangen | hebben gevangengenomen |
zij, ze | nemen gevangen | namen gevangen | hebben gevangengenomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Gevangennemen with some of the pronouns.
- Ik neem de gevangene mee naar de cel.
- De politie neemt de verdachte gevangen.
- Wij nemen de criminelen gevangen en brengen ze naar het politiebureau.
- Jij neemt de gevangenen vast als bewaker.
- De soldaten nemen de vijandelijke strijders gevangen tijdens de oorlog.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gevangennemen with some of the pronouns.
- Vroeger nam ik vaak gevangenen mee naar het politiebureau.
- Toen ik jong was, nam de politie de verdachten regelmatig gevangen.
- Wij namen altijd voorzorgsmaatregelen bij het gevangennemen van criminelen.
- Jij hield de gevangenen stevig vast terwijl we wachtten op versterking.
- De soldaten namen vijandelijke strijders gevangen tijdens verschillende missies.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gevangennemen with some of the pronouns.
- Ik heb de gevangene genomen en naar de gevangenis gebracht.
- De politie heeft de verdachte gevangengenomen na een klopjacht.
- Wij hebben de criminelen gevangengenomen en overgedragen aan justitie.
- Jij hebt de gevangenen stevig vastgehouden tijdens het transport.
- De soldaten hebben de vijandelijke strijders gevangengenomen en ondervraagd.