heetlopen

Conjugations List of Heetlopen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikloop heetliep heetben heetgelopen
jij, je, uloopt heetliep heetbent heetgelopen
hij, zij, hetloopt heetliep heetis heetgelopen
wijlopen heetliepen heetzijn heetgelopen
jullielopen heetliepen heetzijn heetgelopen
zij, zelopen heetliepen heetzijn heetgelopen

Presens
Beta

Example presens sentences for Heetlopen with some of the pronouns.

  • Ik loop heet door de zon.
  • Jij loopt heet in je dikke jas.
  • Hij loopt heet van woede weg.
  • Zij loopt heet tijdens het sporten.
  • Wij lopen heet op het strand.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Heetlopen with some of the pronouns.

  • Ik liep heet toen ik de trap opliep.
  • Jij liep heet na het spelen van een intensieve wedstrijd.
  • Hij liep heet terwijl hij naar het treinstation rende.
  • Zij liep heet van de ene vergadering naar de andere.
  • Wij liepen heet tijdens de hittegolf.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Heetlopen with some of the pronouns.

  • Ik ben heetgelopen na het rennen.
  • Jij bent heetgelopen door het hete weer.
  • Hij is heetgelopen tijdens de marathon.
  • Zij is heetgelopen van het harde werken.
  • Wij zijn heetgelopen op de lange wandeling.