helleniseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | helleniseer | helleniseerde | heb gehelleniseerd |
jij, je, u | helleniseert | helleniseerde | hebt gehelleniseerd |
hij, zij, het | helleniseert | helleniseerde | heeft gehelleniseerd |
wij | helleniseren | helleniseerden | hebben gehelleniseerd |
jullie | helleniseren | helleniseerden | hebben gehelleniseerd |
zij, ze | helleniseren | helleniseerden | hebben gehelleniseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Helleniseren with some of the pronouns.
- Ik helleniseer de oude Griekse teksten.
- Jij helleniseert je naam door er een Grieks suffix aan toe te voegen.
- Hij/zij/het helleniseert de samenleving door de Griekse cultuur te omarmen.
- Wij helleniseren onze menukaart met typisch Griekse gerechten.
- Jullie helleniseren jullie uitspraak door de Griekse klanken correct uit te spreken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Helleniseren with some of the pronouns.
- Vroeger helleniseerde ik regelmatig mijn kennis door Griekse boeken te lezen.
- Toen we jong waren, helleniseerden we vaak de speelplaats door Griekse spellen te spelen.
- Hij/zij/het helleniseerde de stad tijdens zijn/haar ambtstermijn als burgemeester.
- In die periode helleniseerden we de universiteit door meer Griekse studies aan te bieden.
- Als kinderen helleniseerden we onze verhalen door ze in het Grieks na te spelen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Helleniseren with some of the pronouns.
- Ik heb het Nederlands naar het Grieks gehelleniseerd.
- Jij hebt de Griekse architectuur succesvol gehelleniseerd in je ontwerp.
- Hij/zij/het heeft de historische documenten naar het Grieks gehelleniseerd.
- Wij hebben ons onderzoek volledig gehelleniseerd door gebruik te maken van Griekse bronnen.
- Jullie hebben de feestdecoraties prachtig gehelleniseerd met Griekse motieven.