heupwiegen

Conjugations List of Heupwiegen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikheupwiegheupwiegdeheb geheupwiegd
jij, je, uheupwiegtheupwiegdehebt geheupwiegd
hij, zij, hetheupwiegtheupwiegdeheeft geheupwiegd
wijheupwiegenheupwiegdenhebben geheupwiegd
jullieheupwiegenheupwiegdenhebben geheupwiegd
zij, zeheupwiegenheupwiegdenhebben geheupwiegd

Presens
Beta

Example presens sentences for Heupwiegen with some of the pronouns.

  • Ik heupwieg graag op muziek.
  • Jij heupwiegt met veel plezier mee.
  • Hij/Zij heupwiegt elegant op het ritme.
  • Wij heupwiegen samen tijdens feestjes.
  • Zij heupwiegen vol overgave op het podium.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Heupwiegen with some of the pronouns.

  • Vroeger heupwiegde ik altijd op feestjes.
  • Toen was je een expert in heupwiegen.
  • Zij heupwiegden ooit samen in een dansgroep.
  • Wij heupwiegden vrolijk door de straten van Amsterdam.
  • Als kind heupwiegde ik al op de muziek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Heupwiegen with some of the pronouns.

  • Ik heb heupgewiegd op het dansfeest gisteravond.
  • Jij hebt met veel enthousiasme heupgewiegd.
  • Hij/Zij heeft soepel heupgewiegd op de muziek.
  • Wij hebben vrolijk heupgewiegd op het strand.
  • Zij hebben uitbundig heupgewiegd tijdens het concert.