inkeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | keer in | keerde in | ben ingekeerd |
jij, je, u | keert in | keerde in | bent ingekeerd |
hij, zij, het | keert in | keerde in | is ingekeerd |
wij | keren in | keerden in | zijn ingekeerd |
jullie | keren in | keerden in | zijn ingekeerd |
zij, ze | keren in | keerden in | zijn ingekeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Inkeren with some of the pronouns.
- Ik keer in naar mijn innerlijke zelf.
- Jij keert in naar je ware passies.
- Hij/Zij/Het keert in om tot rust te komen.
- Wij keren in tijdens meditatieoefeningen.
- Jullie keren in om je gedachten te ordenen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inkeren with some of the pronouns.
- Ik keerde in naar mijn innerlijke zelf.
- Jij keerde in naar je ware passies.
- Hij/Zij/Het keerde in om tot rust te komen.
- Wij keerden in tijdens meditatieoefeningen.
- Jullie keerden in om je gedachten te ordenen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inkeren with some of the pronouns.
- Ik ben ingekeerd naar mijn innerlijke zelf.
- Jij bent ingekeerd naar je ware passies.
- Hij/Zij/Het is ingekeerd om tot rust te komen.
- Wij zijn ingekeerd tijdens meditatieoefeningen.
- Jullie zijn ingekeerd om je gedachten te ordenen.