inkrimpen

Conjugations List of Inkrimpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkrimp inkromp inheb ingekrompen
jij, je, ukrimpt inkromp inhebt ingekrompen
hij, zij, hetkrimpt inkromp inheeft ingekrompen
wijkrimpen inkrompen inhebben ingekrompen
julliekrimpen inkrompen inhebben ingekrompen
zij, zekrimpen inkrompen inhebben ingekrompen

Presens
Beta

Example presens sentences for Inkrimpen with some of the pronouns.

  • Ik krimp mijn trui in de was.
  • Jij krimpt de stof tot een klein formaat.
  • Hij krimpt zijn bedrijf om kosten te besparen.
  • Zij krimpen de plastic flesjes voor recycling.
  • Wij krimpen het verpakkingsmateriaal voordat we het weggooien.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inkrimpen with some of the pronouns.

  • Ik kromp mijn trui in de was.
  • Jij kromp de stof tot een klein formaat in.
  • Hij kromp zijn bedrijf in om kosten te besparen.
  • Zij krompen de plastic flesjes in voor recycling.
  • Wij krompen het verpakkingsmateriaal in voordat we het weggooiden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inkrimpen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn trui ingekrompen in de was.
  • Jij hebt de stof tot een klein formaat ingekrompen.
  • Hij heeft zijn bedrijf ingekrompen om kosten te besparen.
  • Zij hebben de plastic flesjes ingekrompen voor recycling.
  • Wij hebben het verpakkingsmateriaal ingekrompen voordat we het weggooien.