inloodsen

Conjugations List of Inloodsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikloods inloodste inheb ingeloodst
jij, je, uloodst inloodste inhebt ingeloodst
hij, zij, hetloodst inloodste inheeft ingeloodst
wijloodsen inloodsten inhebben ingeloodst
jullieloodsen inloodsten inhebben ingeloodst
zij, zeloodsen inloodsten inhebben ingeloodst

Presens
Beta

Example presens sentences for Inloodsen with some of the pronouns.

  • Ik loods het schip in de haven.
  • Jij loodst de boot in het kanaal.
  • Hij of zij loodst de vracht naar de opslagplaats.
  • Wij loodsen de schepen veilig door de sluizen.
  • Jullie loodsen de passagiers naar de juiste gate.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inloodsen with some of the pronouns.

  • Vroeger loodste ik het schip in de haven.
  • Vroeger loodste jij de boot in het kanaal.
  • Vroeger loodste hij of zij de vracht naar de opslagplaats.
  • Vroeger loodsten wij de schepen veilig door de sluizen.
  • Vroeger loodsten jullie de passagiers naar de juiste gate.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inloodsen with some of the pronouns.

  • Ik heb het schip in de haven ingeloodst.
  • Jij hebt de boot in het kanaal ingeloodst.
  • Hij of zij heeft de vracht naar de opslagplaats ingeloodst.
  • Wij hebben de schepen veilig door de sluizen geloodst.
  • Jullie hebben de passagiers naar de juiste gate geloodst.