inseinen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sein in | seinde in | heb ingeseind |
jij, je, u | seint in | seinde in | hebt ingeseind |
hij, zij, het | seint in | seinde in | heeft ingeseind |
wij | seinen in | seinden in | hebben ingeseind |
jullie | seinen in | seinden in | hebben ingeseind |
zij, ze | seinen in | seinden in | hebben ingeseind |
PresensBeta
Example presens sentences for Inseinen with some of the pronouns.
- Ik sein in wanneer er een update is.
- Jij seint in zodra je de informatie hebt.
- Hij/zij/seint in om iedereen op de hoogte te brengen.
- Wij seinen in bij belangrijke gebeurtenissen.
- Jullie seinen in als er sprake is van vertraging.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inseinen with some of the pronouns.
- Ik seinde in toen ik het nieuws hoorde.
- Jij seinde in terwijl ik aan het bellen was.
- Hij/zij seinde in voordat de storm begon.
- Wij seinden in nadat we de instructies hadden ontvangen.
- Jullie seinde in terwijl ik onderweg was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inseinen with some of the pronouns.
- Ik heb ingeseind dat de vergadering wordt verplaatst.
- Jij hebt ingeseind dat de trein is uitgevallen.
- Hij/zij heeft ingeseind dat de vlucht vertraagd is.
- Wij hebben ingeseind dat het evenement is afgelast.
- Jullie hebben ingeseind dat de presentatie is verzet.