intercepteren

Conjugations List of Intercepteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikintercepteerintercepteerdeheb geïntercepteerd
jij, je, uintercepteertintercepteerdehebt geïntercepteerd
hij, zij, hetintercepteertintercepteerdeheeft geïntercepteerd
wijintercepterenintercepteerdenhebben geïntercepteerd
jullieintercepterenintercepteerdenhebben geïntercepteerd
zij, zeintercepterenintercepteerdenhebben geïntercepteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Intercepteren with some of the pronouns.

  • Ik intercepteer de geheime boodschappen.
  • Jij intercepteert de telefoongesprekken.
  • Hij intercepteert de e-mails van de verdachte.
  • Wij intercepteren de communicatie tussen de criminelen.
  • Zij intercepteren de versleutelde berichten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Intercepteren with some of the pronouns.

  • Ik intercepteerde de geheime boodschappen.
  • Jij intercepteerde de telefoongesprekken.
  • Hij intercepteerde de e-mails van de verdachte.
  • Wij intercepteerden de communicatie tussen de criminelen.
  • Zij intercepteerden de versleutelde berichten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Intercepteren with some of the pronouns.

  • Ik heb de geheime boodschappen geïntercepteerd.
  • Jij hebt de telefoongesprekken geïntercepteerd.
  • Hij heeft de e-mails van de verdachte geïntercepteerd.
  • Wij hebben de communicatie tussen de criminelen geïntercepteerd.
  • Zij hebben de versleutelde berichten geïntercepteerd.