kadastreren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kadastreer | kadastreerde | heb gekadastreerd |
jij, je, u | kadastreert | kadastreerde | hebt gekadastreerd |
hij, zij, het | kadastreert | kadastreerde | heeft gekadastreerd |
wij | kadastreren | kadastreerden | hebben gekadastreerd |
jullie | kadastreren | kadastreerden | hebben gekadastreerd |
zij, ze | kadastreren | kadastreerden | hebben gekadastreerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kadastreren with some of the pronouns.
- Ik kadastreer de nieuwe woningen in de buurt.
- Jij kadastreert het perceel voor de bouwplannen.
- Hij/Zij kadastreert regelmatig nieuwe grondstukken.
- Wij kadastreren alle eigendommen volgens de wetgeving.
- Jullie kadastreren de grenzen van het terrein nauwkeurig.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kadastreren with some of the pronouns.
- Vroeger kadastreerde ik handmatig met pen en papier.
- Toen ik jong was, kadastreerde ik vaak samen met mijn vader.
- Hij/Zij kadastreerde altijd zorgvuldig en precies.
- In die tijd kadastreerden we nog zonder digitale hulpmiddelen.
- Jullie kadastreerden vroeger voornamelijk agrarische gronden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kadastreren with some of the pronouns.
- Ik heb het stuk land vorige week gekadastreerd.
- Jij hebt al veel percelen gekadastreerd sinds je hier werkt.
- Hij/Zij heeft net een groot gebied gekadastreerd.
- Wij hebben meerdere projecten met succes gekadastreerd.
- Jullie hebben de eigendommen van de familie gisteren gekadastreerd.