klieken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kliek | kliekte | heb gekliekt |
jij, je, u | kliekt | kliekte | hebt gekliekt |
hij, zij, het | kliekt | kliekte | heeft gekliekt |
wij | klieken | kliekten | hebben gekliekt |
jullie | klieken | kliekten | hebben gekliekt |
zij, ze | klieken | kliekten | hebben gekliekt |
PresensBeta
Example presens sentences for Klieken with some of the pronouns.
- Ik kliek regelmatig met mijn vrienden.
- Jij kliekt vaak op de verkeerde knoppen.
- Hij kliekt graag met zijn camera.
- Zij klieken altijd in de keuken.
- Wij klieken samen op sociale media.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Klieken with some of the pronouns.
- Vroeger kliekte ik veel met mijn oude vrienden.
- Jij kliet vroeger altijd met je broers en zussen.
- Hij klikt al jaren met dezelfde groep mensen.
- Zij klieten vroeger samen in een band.
- Wij klieten elke zomer met onze buren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Klieken with some of the pronouns.
- Ik heb gekliekt met mijn collega's tijdens de lunchpauze.
- Jij bent al eerder gaan klieken met die groep mensen.
- Hij heeft gisteren geklikt met zijn nieuwe laptop.
- Zij hebben vaak gekliekt in de fotostudio.
- Wij zijn net klaar met klieken in het park.