kortvleugelen

Conjugations List of Kortvleugelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkortvleugelkortvleugeldeheb gekortvleugeld
jij, je, ukortvleugeltkortvleugeldehebt gekortvleugeld
hij, zij, hetkortvleugeltkortvleugeldeheeft gekortvleugeld
wijkortvleugelenkortvleugeldenhebben gekortvleugeld
julliekortvleugelenkortvleugeldenhebben gekortvleugeld
zij, zekortvleugelenkortvleugeldenhebben gekortvleugeld

Presens

Example presens sentences for Kortvleugelen with some of the pronouns.

  • Ik kortvleugel
  • Jij kortvleugelt
  • Hij/Zij/Het kortvleugelt
  • Wij kortvleugelen
  • Jullie kortvleugelen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Kortvleugelen with some of the pronouns.

  • Ik kortvleugelde
  • Jij kortvleugelde
  • Hij/Zij/Het kortvleugelde
  • Wij kortvleugelden
  • Jullie kortvleugelden

Perfectum

Example perfectum sentences for Kortvleugelen with some of the pronouns.

  • Ik heb gekortvleugeld
  • Jij hebt gekortvleugeld
  • Hij/Zij/Het heeft gekortvleugeld
  • Wij hebben gekortvleugeld
  • Jullie hebben gekortvleugeld