kromsluiten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sluit krom | sloot krom | heb kromgesloten |
jij, je, u | sluit krom | sloot krom | hebt kromgesloten |
hij, zij, het | sluit krom | sloot krom | heeft kromgesloten |
wij | sluiten krom | sloten krom | hebben kromgesloten |
jullie | sluiten krom | sloten krom | hebben kromgesloten |
zij, ze | sluiten krom | sloten krom | hebben kromgesloten |
PresensBeta
Example presens sentences for Kromsluiten with some of the pronouns.
- Ik sluit krom.
- Jij sluit krom.
- Hij/Zij/Het sluit krom.
- Wij sluiten krom.
- Jullie sluiten krom.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kromsluiten with some of the pronouns.
- Ik sloot krom.
- Jij sloot krom.
- Hij/Zij/Het sloot krom.
- Wij sloten krom.
- Jullie sloten krom.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kromsluiten with some of the pronouns.
- Ik heb kromgesloten.
- Jij hebt kromgesloten.
- Hij/Zij/Het heeft kromgesloten.
- Wij hebben kromgesloten.
- Jullie hebben kromgesloten.