laboreren

Conjugations List of Laboreren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklaboreerlaboreerdeheb gelaboreerd
jij, je, ulaboreertlaboreerdehebt gelaboreerd
hij, zij, hetlaboreertlaboreerdeheeft gelaboreerd
wijlaborerenlaboreerdenhebben gelaboreerd
jullielaborerenlaboreerdenhebben gelaboreerd
zij, zelaborerenlaboreerdenhebben gelaboreerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Laboreren with some of the pronouns.

  • Ik laboreer aan mijn scriptie.
  • Jij laboreert vaak met nieuwe technologieën.
  • Hij/Zij laboreert in het laboratorium.
  • Wij laboren aan de verbetering van ons product.
  • Zij laboren intensief aan hun fitnessdoelen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Laboreren with some of the pronouns.

  • Ik laboreerde altijd tot laat in de avond.
  • Jij laboreerde op dat moment aan een belangrijk rapport.
  • Hij/Zij laboreerde geduldig aan het schilderij.
  • Wij laboreerden al maanden aan dit project.
  • Zij laboreerden vroeger aan het herstellen van oude meubels.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Laboreren with some of the pronouns.

  • Ik heb gelaboreerd aan dit project.
  • Jij hebt al langere tijd gelaboreerd met deze software.
  • Hij/Zij heeft succesvol gelaboreerd aan zijn/haar presentatie.
  • Wij hebben samen gelaboreerd aan dit probleem.
  • Zij hebben vorige week gelaboreerd aan de voorbereidingen.