lanceren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | lanceer | lanceerde | heb gelanceerd |
jij, je, u | lanceert | lanceerde | hebt gelanceerd |
hij, zij, het | lanceert | lanceerde | heeft gelanceerd |
wij | lanceren | lanceerden | hebben gelanceerd |
jullie | lanceren | lanceerden | hebben gelanceerd |
zij, ze | lanceren | lanceerden | hebben gelanceerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Lanceren with some of the pronouns.
- Ik lanceer een nieuwe website.
- Jij lanceert je eigen kledinglijn.
- Hij lanceert regelmatig nieuwe producten.
- Wij lanceren een campagne voor duurzaamheid.
- Zij lanceren een nieuw magazine.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Lanceren with some of the pronouns.
- Vroeger lanceerde ik vaak vuurpijlen tijdens oud en nieuw.
- Toen ik jong was, lanceerde ik modelraketten in de achtertuin.
- Hij lanceerde geregeld ballonnen op verjaardagsfeestjes.
- Wij lanceerden vroeger papieren vliegtuigjes vanaf het balkon.
- Zij lanceerden altijd confetti tijdens carnaval.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Lanceren with some of the pronouns.
- Ik heb een succesvolle app gelanceerd.
- Jij hebt je eerste boek gelanceerd.
- Hij heeft vorige week een raket gelanceerd.
- Wij hebben een nieuwe collectie gelanceerd.
- Zij hebben een innovatief project gelanceerd.