letteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | letter | letterde | heb geletterd |
jij, je, u | lettert | letterde | hebt geletterd |
hij, zij, het | lettert | letterde | heeft geletterd |
wij | letteren | letterden | hebben geletterd |
jullie | letteren | letterden | hebben geletterd |
zij, ze | letteren | letterden | hebben geletterd |
Presens
Example presens sentences for Letteren with some of the pronouns.
- Ik letter vandaag een mooie brief aan mijn vriendin.
- De studenten letteren intensief tijdens de Nederlandse les.
- Hij lettert graag in zijn vrije tijd.
- Zij lettert altijd met een prachtig handschrift.
- Wij letteren samen aan een literair tijdschrift.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Letteren with some of the pronouns.
- Vroeger letterde ik vaak liefdesbrieven.
- Toen ik jonger was, letterden we veel poëzie.
- Hij letterde langzaam en zorgvuldig op het oude typemachine.
- Als kind letterde ik altijd verhalen in mijn dagboek.
- Wij letterden vroeger samen aan schoolopdrachten.
Perfectum
Example perfectum sentences for Letteren with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren een interessante roman geletterd.
- De schrijver heeft zijn nieuwste boek voltooid en geletterd.
- Heb jij ooit een gedicht in een tijdschrift geletterd?
- Zij heeft al meerdere artikelen voor de krant gelletterd.
- Wij hebben de uitnodigingen voor het evenement geletterd.