manipuleren

Conjugations List of Manipuleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmanipuleermanipuleerdeheb gemanipuleerd
jij, je, umanipuleertmanipuleerdehebt gemanipuleerd
hij, zij, hetmanipuleertmanipuleerdeheeft gemanipuleerd
wijmanipulerenmanipuleerdenhebben gemanipuleerd
julliemanipulerenmanipuleerdenhebben gemanipuleerd
zij, zemanipulerenmanipuleerdenhebben gemanipuleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Manipuleren with some of the pronouns.

  • Ik manipuleer de situatie om mijn doelen te bereiken.
  • Jij manipuleert mensen om je zin te krijgen.
  • Hij manipuleert de feiten om zijn onschuld te bewijzen.
  • Wij manipuleren de gegevens voor een betere analyse.
  • Zij manipuleren de markt om winst te maken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Manipuleren with some of the pronouns.

  • Ik manipuleerde de situatie om mijn doelen te bereiken.
  • Jij manipuleerde mensen om je zin te krijgen.
  • Hij manipuleerde de feiten om zijn onschuld te bewijzen.
  • Wij manipuleerden de gegevens voor een betere analyse.
  • Zij manipuleerden de markt om winst te maken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Manipuleren with some of the pronouns.

  • Ik heb de situatie gemanipuleerd om mijn doelen te bereiken.
  • Jij hebt mensen gemanipuleerd om je zin te krijgen.
  • Hij heeft de feiten gemanipuleerd om zijn onschuld te bewijzen.
  • Wij hebben de gegevens gemanipuleerd voor een betere analyse.
  • Zij hebben de markt gemanipuleerd om winst te maken.