mommen

Conjugations List of Mommen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmommomdeheb gemomd
jij, je, umomtmomdehebt gemomd
hij, zij, hetmomtmomdeheeft gemomd
wijmommenmomdenhebben gemomd
julliemommenmomdenhebben gemomd
zij, zemommenmomdenhebben gemomd

Presens
Beta

Example presens sentences for Mommen with some of the pronouns.

  • Ik mom een kopje thee.
  • Jij momt altijd te laat.
  • Hij/zij/het momt de regels niet.
  • Wij mommen naar de film vanavond.
  • Jullie mommen graag samen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Mommen with some of the pronouns.

  • Ik momde altijd thee in de ochtend.
  • Jij momde vaak te laat tijdens de les.
  • Hij/zij/het momde de regels niet goed.
  • Wij momden vroeger veel samen.
  • Jullie momden altijd met plezier.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Mommen with some of the pronouns.

  • Ik heb gemomd dat ik zou komen.
  • Jij bent te laat gekommen.
  • Hij/zij/het is de regels vergeten te mommen.
  • Wij zijn naar de film gemommen gisteren.
  • Jullie hebben samen gemommen.