moorden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | moord | moordde | heb gemoord |
jij, je, u | moordt | moordde | hebt gemoord |
hij, zij, het | moordt | moordde | heeft gemoord |
wij | moorden | moordden | hebben gemoord |
jullie | moorden | moordden | hebben gemoord |
zij, ze | moorden | moordden | hebben gemoord |
PresensBeta
Example presens sentences for Moorden with some of the pronouns.
- Hij vermoordt zijn slachtoffers met meedogenloze precisie.
- De seriemoordenaar vermoordt willekeurige mensen in de stad.
- Zij moordt uit jaloezie haar liefdesrivalen uit.
- De huurmoordenaar moordt voor geld en macht.
- Wanneer hij boos is, moordt hij bijna instinctief.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Moorden with some of the pronouns.
- Hij vermoordde zijn slachtoffers met meedogenloze precisie.
- De seriemoordenaar vermoordde willekeurige mensen in de stad.
- Zij vermoordde uit jaloezie haar liefdesrivalen.
- De huurmoordenaar moordde voor geld en macht.
- Toen hij boos was, moordde hij bijna instinctief.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Moorden with some of the pronouns.
- Hij heeft zijn slachtoffers met meedogenloze precisie vermoord.
- De seriemoordenaar heeft willekeurige mensen in de stad vermoord.
- Zij heeft uit jaloezie haar liefdesrivalen vermoord.
- De huurmoordenaar heeft voor geld en macht gemoord.
- Hij heeft bijna instinctief gemoord toen hij boos was.