naken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | naak | naakte | ben genaakt |
jij, je, u | naakt | naakte | bent genaakt |
hij, zij, het | naakt | naakte | is genaakt |
wij | naken | naakten | zijn genaakt |
jullie | naken | naakten | zijn genaakt |
zij, ze | naken | naakten | zijn genaakt |
Presens
Example presens sentences for Naken with some of the pronouns.
- Ik maak regelmatig wandelingen in het park.
- Hij maakt altijd grapjes tijdens de les.
- Zij maken lekkere taarten voor feestjes.
- We maken gebruik van moderne technologieën.
- Jullie maken veel lawaai wanneer jullie lachen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Naken with some of the pronouns.
- Vroeger maakte ik vaak tekeningen in mijn vrije tijd.
- Toen ik jong was, maakte ik lange fietstochten met mijn vrienden.
- Ze maakten altijd ruzie over kleine dingen.
- We maakten vroeger zelf onze kleding.
- Jullie maakten grappen en grollen tijdens de pauze.
Perfectum
Example perfectum sentences for Naken with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren een brief genaakt voor mijn oma.
- Hij heeft vorige week een foto genaakt van het mooie landschap.
- Zij hebben een heerlijke maaltijd genaakt voor ons.
- We hebben samen een plan genaakt voor de vakantie.
- Jullie hebben een geweldige presentatie genaakt voor de klas.