omhooghouden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hou omhoog | hield omhoog | heb omhooggehouden |
jij, je, u | houdt omhoog | hield omhoog | hebt omhooggehouden |
hij, zij, het | houdt omhoog | hield omhoog | heeft omhooggehouden |
wij | houden omhoog | hielden omhoog | hebben omhooggehouden |
jullie | houden omhoog | hielden omhoog | hebben omhooggehouden |
zij, ze | houden omhoog | hielden omhoog | hebben omhooggehouden |
PresensBeta
Example presens sentences for Omhooghouden with some of the pronouns.
- Ik houd de bal omhoog tijdens het jongleren.
- Jij houdt de beker omhoog als winnaar.
- Hij/Zij houdt de vlag omhoog tijdens de parade.
- Wij houden onze handen omhoog als teken van overgave.
- Jullie houden de ballonnen omhoog tijdens het feest.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Omhooghouden with some of the pronouns.
- Ik hield de bal omhoog tijdens het jongleren.
- Jij hield de beker omhoog als winnaar.
- Hij/Zij hield de vlag omhoog tijdens de parade.
- Wij hielden onze handen omhoog als teken van overgave.
- Jullie hielden de ballonnen omhoog tijdens het feest.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Omhooghouden with some of the pronouns.
- Ik heb de bal omhooggehouden tijdens het jongleren.
- Jij hebt de beker omhooggehouden als winnaar.
- Hij/Zij heeft de vlag omhooggehouden tijdens de parade.
- Wij hebben onze handen omhooggehouden als teken van overgave.
- Jullie hebben de ballonnen omhooggehouden tijdens het feest.