omtoveren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | tover om | toverde om | heb omgetoverd |
jij, je, u | tovert om | toverde om | hebt omgetoverd |
hij, zij, het | tovert om | toverde om | heeft omgetoverd |
wij | toveren om | toverden om | hebben omgetoverd |
jullie | toveren om | toverden om | hebben omgetoverd |
zij, ze | toveren om | toverden om | hebben omgetoverd |
PresensBeta
Example presens sentences for Omtoveren with some of the pronouns.
- Ik tover om in een vlinder.
- Jij tovert om met je toverstaf.
- Hij/zij/het tovert om in een konijn.
- Wij toveren om de tafel in een taart.
- Jullie toveren om de kamer in een magische plek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Omtoveren with some of the pronouns.
- Ik toverde om tot een vogel.
- Jij toverde om met je goocheltruc.
- Hij/zij/het toverde om in een boom.
- Wij toverden om het park in een bloemenzee.
- Jullie toverden om de straat in een circusarena.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Omtoveren with some of the pronouns.
- Ik heb omgetoverd in een prinses.
- Jij hebt omgetoverd met je toverdrankje.
- Hij/zij/het heeft omgetoverd in een kikker.
- Wij hebben de hele klas omgetoverd in sneeuwpoppen.
- Jullie hebben de stad omgetoverd in een sprookjesland.