omtrappen

Conjugations List of Omtrappen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktrap omtrapte omheb omgetrapt
jij, je, utrapt omtrapte omhebt omgetrapt
hij, zij, hettrapt omtrapte omheeft omgetrapt
wijtrappen omtrapten omhebben omgetrapt
jullietrappen omtrapten omhebben omgetrapt
zij, zetrappen omtrapten omhebben omgetrapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Omtrappen with some of the pronouns.

  • Ik trap om.
  • Jij trapt om.
  • Hij/zij/het trapt om.
  • Wij trappen om.
  • Jullie trappen om.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omtrappen with some of the pronouns.

  • Ik trapte om.
  • Jij trapte om.
  • Hij/zij/het trapte om.
  • Wij trapten om.
  • Jullie trapten om.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omtrappen with some of the pronouns.

  • Ik heb omgetrapt.
  • Jij hebt omgetrapt.
  • Hij/zij/het heeft omgetrapt.
  • Wij hebben omgetrapt.
  • Jullie hebben omgetrapt.