onderbreken

Conjugations List of Onderbreken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikonderbreekonderbrakheb onderbroken
jij, je, uonderbreektonderbrakhebt onderbroken
hij, zij, hetonderbreektonderbrakheeft onderbroken
wijonderbrekenonderbrakenhebben onderbroken
jullieonderbrekenonderbrakenhebben onderbroken
zij, zeonderbrekenonderbrakenhebben onderbroken

Presens
Beta

Example presens sentences for Onderbreken with some of the pronouns.

  • Ik onderbreek je even om een vraag te stellen.
  • Jij onderbreekt altijd wanneer ik praat.
  • Hij onderbreekt de vergadering om een belangrijke mededeling te doen.
  • Zij onderbreekt haar collega's vaak tijdens het werk.
  • We onderbreken de les niet zo vaak, maar vandaag is een uitzondering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Onderbreken with some of the pronouns.

  • Toen ik binnenkwam, onderbrak je net de discussie.
  • Vroeger onderbrak hij vaak anderen zonder reden.
  • Ze onderbrak me steeds als ik mijn mening probeerde te geven.
  • We onderbraken het concert met ons applaus.
  • Jullie onderbraken de leraar telkens met jullie vragen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Onderbreken with some of the pronouns.

  • Ik heb je gisteren onderbroken tijdens het telefoongesprek.
  • Jij hebt de presentatie al meerdere keren onderbroken met je vragen.
  • Hij heeft zijn studie tijdelijk onderbroken om naar het buitenland te gaan.
  • Zij heeft haar vriendin niet willen onderbreken terwijl ze aan het praten was.
  • We hebben de film niet onderbroken, we wilden hem ongestoord bekijken.