ondergooien
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | gooi onder | gooide onder | heb ondergegooid |
| jij, je, u | gooit onder | gooide onder | hebt ondergegooid |
| hij, zij, het | gooit onder | gooide onder | heeft ondergegooid |
| wij | gooien onder | gooiden onder | hebben ondergegooid |
| jullie | gooien onder | gooiden onder | hebben ondergegooid |
| zij, ze | gooien onder | gooiden onder | hebben ondergegooid |
PresensBeta
Example presens sentences for Ondergooien with some of the pronouns.
- Ik gooi het glas onder.
- Jij gooit de bal onder de bank.
- Hij gooit de steen onder de brug.
- Zij gooit de boeken onder het bed.
- Wij gooien het afval onder de grond.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ondergooien with some of the pronouns.
- Ik gooide het glas onder.
- Jij gooide de bal onder de bank.
- Hij gooide de steen onder de brug.
- Zij gooide de boeken onder het bed.
- Wij gooiden het afval onder de grond.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ondergooien with some of the pronouns.
- Ik heb het glas ondergegooid.
- Jij hebt de bal onder de bank gegooid.
- Hij heeft de steen onder de brug gegooid.
- Zij heeft de boeken onder het bed gegooid.
- Wij hebben het afval onder de grond gegooid.