ondersteken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | steek onder | stak onder | heb ondergestoken |
jij, je, u | steekt onder | stak onder | hebt ondergestoken |
hij, zij, het | steekt onder | stak onder | heeft ondergestoken |
wij | steken onder | staken onder | hebben ondergestoken |
jullie | steken onder | staken onder | hebben ondergestoken |
zij, ze | steken onder | staken onder | hebben ondergestoken |
PresensBeta
Example presens sentences for Ondersteken with some of the pronouns.
- Ik ondersteek de tafel met een stevige plank.
- Jij ondersteekt altijd je vrienden in moeilijke tijden.
- Hij/zij ondersteekt het project met financiële steun.
- Wij ondersteken de boot voordat we gaan varen.
- Jullie ondersteeken de organisatie met jullie vrijwilligerswerk.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ondersteken with some of the pronouns.
- Ik ondersteekte de tafel met een stevige plank.
- Jij ondersteekte altijd je vrienden in moeilijke tijden.
- Hij/zij ondersteekte het project met financiële steun.
- Wij ondersteekten de boot voordat we gingen varen.
- Jullie ondersteekten de organisatie met jullie vrijwilligerswerk.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ondersteken with some of the pronouns.
- Ik heb de tafel ondersteekt met een stevige plank.
- Jij hebt altijd je vrienden ondersteekt in moeilijke tijden.
- Hij/zij heeft het project ondersteekt met financiële steun.
- Wij hebben de boot ondersteken voordat we gingen varen.
- Jullie hebben de organisatie ondersteekt met jullie vrijwilligerswerk.