ontdooien

Conjugations List of Ontdooien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontdooiontdooideheb ontdooid
jij, je, uontdooitontdooidehebt ontdooid
hij, zij, hetontdooitontdooideheeft ontdooid
wijontdooienontdooidenhebben ontdooid
jullieontdooienontdooidenhebben ontdooid
zij, zeontdooienontdooidenhebben ontdooid

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontdooien with some of the pronouns.

  • Ik ontdooi de bevroren groenten voor het avondeten.
  • Jij ontdooit het vlees voordat je het gaat bereiden.
  • Hij ontdooit de ijsblokjes om een koude drank te maken.
  • Wij ontdooien de diepvriesproducten in de magnetron.
  • Zij ontdooien de taart voordat ze hem serveren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontdooien with some of the pronouns.

  • Vroeger ontdooide ik altijd het brood voordat ik het at.
  • Toen we thuiskwamen, ontdooiden de ijsblokjes langzaam.
  • Het duurde lang voordat de rivier volledig ontdooide.
  • Als kind ontdooide ik vaak mijn handen onder warm water.
  • Gisteren ontdooiden we de bevroren kipfilet voor het avondmaal.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontdooien with some of the pronouns.

  • Ik heb de bevroren vis ontdooid voor het diner.
  • Jij hebt de ijspegels laten ontdooien in de zon.
  • Hij heeft de autoruiten snel ontdooid met warm water.
  • Wij hebben de diepgevroren pizza's ontdooid in de oven.
  • Zij hebben de bevroren bessen gebruikt nadat ze waren ontdooid.