ontgaan

Conjugations List of Ontgaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontgaontgingben ontgaan
jij, je, uontgaatontgingbent ontgaan
hij, zij, hetontgaatontgingis ontgaan
wijontgaanontgingenzijn ontgaan
jullieontgaanontgingenzijn ontgaan
zij, zeontgaanontgingenzijn ontgaan

Presens

Example presens sentences for Ontgaan with some of the pronouns.

  • Het ontgaat me waarom hij zo boos is. (I don't understand why he's so angry.)
  • Ontgaat het je dat we vanavond een vergadering hebben? (Do you realize that we have a meeting tonight?)
  • Het ontgaat haar dat ze veel talent heeft. (She doesn't realize that she has a lot of talent.)

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Ontgaan with some of the pronouns.

  • Het ging me volledig ontgaan wat hij bedoelde. (I completely missed what he meant.)
  • Het ontging me dat ze ziek was omdat ze er niet over sprak. (I didn't realize she was sick because she didn't talk about it.)
  • Het ontging haar dat ik haar probeerde te bellen. (She didn't notice that I was trying to call her.)

Perfectum

Example perfectum sentences for Ontgaan with some of the pronouns.

  • Het is me ontgaan dat ze haar verjaardag al heeft gevierd. (I missed the fact that she has already celebrated her birthday.)
  • Het is je waarschijnlijk ontgaan dat ik gisteren niet op kantoor was. (You probably didn't notice that I wasn't at the office yesterday.)
  • Het is ons ontgaan dat de deadline is verschoven. (We missed the fact that the deadline has been postponed.)