ontschorsen

Conjugations List of Ontschorsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontschorsontschorsteheb ontschorst
jij, je, uontschorstontschorstehebt ontschorst
hij, zij, hetontschorstontschorsteheeft ontschorst
wijontschorsenontschorstenhebben ontschorst
jullieontschorsenontschorstenhebben ontschorst
zij, zeontschorsenontschorstenhebben ontschorst

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontschorsen with some of the pronouns.

  • Ik ontschors
  • Jij ontschorst
  • Hij/Zij ontschorst
  • Wij ontschorsen
  • Jullie ontschorsen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontschorsen with some of the pronouns.

  • Ik ontschorste
  • Jij ontschorste
  • Hij/Zij ontschorste
  • Wij ontschorsten
  • Jullie ontschorsten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontschorsen with some of the pronouns.

  • Ik heb ontschorst
  • Jij hebt ontschorst
  • Hij/Zij heeft ontschorst
  • Wij hebben ontschorst
  • Jullie hebben ontschorst