opbranden

Conjugations List of Opbranden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbrand opbrandde opben opgebrand
jij, je, ubrandt opbrandde opbent opgebrand
hij, zij, hetbrandt opbrandde opis opgebrand
wijbranden opbrandden opzijn opgebrand
julliebranden opbrandden opzijn opgebrand
zij, zebranden opbrandden opzijn opgebrand