opduiken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | duik op | dook op | ben opgedoken |
jij, je, u | duikt op | dook op | bent opgedoken |
hij, zij, het | duikt op | dook op | is opgedoken |
wij | duiken op | doken op | zijn opgedoken |
jullie | duiken op | doken op | zijn opgedoken |
zij, ze | duiken op | doken op | zijn opgedoken |
PresensBeta
Example presens sentences for Opduiken with some of the pronouns.
- Ik duik regelmatig op in de lokale koffiebar.
- Jij duikt altijd op als ik het minst verwacht.
- Hij, zij of het duikt vaak op tijdens de vergaderingen.
- Wij duiken graag op in nieuwe restaurants om te proeven.
- Zij duiken soms op in de buurt om te helpen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opduiken with some of the pronouns.
- Ik dook regelmatig op in dat kleine café aan de haven.
- Jij dook altijd op wanneer ik je nodig had.
- Hij, zij of het dook vaak op tijdens de familiebijeenkomsten.
- Wij doken vroeger vaak op in de plaatselijke discotheek.
- Zij doken soms op in het park om te ontspannen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opduiken with some of the pronouns.
- Ik ben vorige week plotseling opgedoken tijdens het feest.
- Jij bent al eerder opgedoken in deze stad, toch?
- Hij, zij of het is onlangs opgedoken in de media.
- Wij zijn gisteren opgedoken bij het concert van onze favoriete band.
- Zij zijn vandaag opgedoken om ons te verrassen.