openscheuren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | scheur open | scheurde open | heb opengescheurd |
jij, je, u | scheurt open | scheurde open | hebt opengescheurd |
hij, zij, het | scheurt open | scheurde open | heeft opengescheurd |
wij | scheuren open | scheurden open | hebben opengescheurd |
jullie | scheuren open | scheurden open | hebben opengescheurd |
zij, ze | scheuren open | scheurden open | hebben opengescheurd |
PresensBeta
Example presens sentences for Openscheuren with some of the pronouns.
- Ik scheur de envelop open.
- Jij scheurt het cadeaupapier open.
- Hij/Zij/Het scheurt de krant open.
- Wij scheuren de verpakking open.
- Jullie scheuren de brief open.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Openscheuren with some of the pronouns.
- Ik scheurde de folder open.
- Jij scheurde de tas open.
- Hij/Zij/Het scheurde het document open.
- Wij scheurden de envelop open.
- Jullie scheurden de verpakking open.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Openscheuren with some of the pronouns.
- Ik heb de zak opengescheurd.
- Jij hebt de doos opengescheurd.
- Hij/Zij/Het heeft de brief opengescheurd.
- Wij hebben de envelop opengescheurd.
- Jullie hebben de verpakking opengescheurd.