opentrappen

Conjugations List of Opentrappen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktrap opentrapte openheb opengetrapt
jij, je, utrapt opentrapte openhebt opengetrapt
hij, zij, hettrapt opentrapte openheeft opengetrapt
wijtrappen opentrapten openhebben opengetrapt
jullietrappen opentrapten openhebben opengetrapt
zij, zetrappen opentrapten openhebben opengetrapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Opentrappen with some of the pronouns.

  • Ik trap de deur open.
  • Jij trapt de deur open.
  • Hij/Zij trapt de deur open.
  • Wij trappen de deur open.
  • Jullie trappen de deur open.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opentrappen with some of the pronouns.

  • Ik trapte de deur open.
  • Jij trapte de deur open.
  • Hij/Zij trapte de deur open.
  • Wij trapten de deur open.
  • Jullie trapten de deur open.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opentrappen with some of the pronouns.

  • Ik heb de deur opgetrapt.
  • Jij hebt de deur opgetrapt.
  • Hij/Zij heeft de deur opgetrapt.
  • Wij hebben de deur opgetrapt.
  • Jullie hebben de deur opgetrapt.