opkikkeren

Conjugations List of Opkikkeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkikker opkikkerde opheb opgekikkerd
jij, je, ukikkert opkikkerde ophebt opgekikkerd
hij, zij, hetkikkert opkikkerde opheeft opgekikkerd
wijkikkeren opkikkerden ophebben opgekikkerd
julliekikkeren opkikkerden ophebben opgekikkerd
zij, zekikkeren opkikkerden ophebben opgekikkerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Opkikkeren with some of the pronouns.

  • Ik kikker op van een goed boek.
  • Jij kikkert op van muziek.
  • Hij kikkert op van een wandeling in de natuur.
  • Zij kikkert op van een kopje koffie.
  • Wij kikkeren op van een gezellige avond met vrienden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opkikkeren with some of the pronouns.

  • Ik kikkerde op van het enthousiasme van de kinderen.
  • Jij kikkerde op na een verkwikkende douche.
  • Hij kikkerde op toen hij zijn favoriete lied hoorde.
  • Zij kikkerde op tijdens haar yoga-oefeningen.
  • Wij kikkerden op van de positieve feedback.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opkikkeren with some of the pronouns.

  • Ik ben opgekikkerd door het mooie weer.
  • Jij bent opgekikkerd na je vakantie.
  • Hij is opgekikkerd na een lange nachtrust.
  • Zij is opgekikkerd door het goede nieuws.
  • Wij zijn opgekikkerd door de inspirerende workshop.