plompen

Conjugations List of Plompen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikplompplompteheb geplompt
jij, je, uplomptplomptehebt geplompt
hij, zij, hetplomptplompteheeft geplompt
wijplompenplomptenhebben geplompt
jullieplompenplomptenhebben geplompt
zij, zeplompenplomptenhebben geplompt

Presens
Beta

Example presens sentences for Plompen with some of the pronouns.

  • Ik plomp in het water.
  • Jij plompt in de vijver.
  • Hij/Zij/Het plompt in de sloot.
  • Wij plompen in het meer.
  • Jullie plompen in de zwemvijver.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Plompen with some of the pronouns.

  • Ik plompte in het water.
  • Jij plompte in de vijver.
  • Hij/Zij/Het plompte in de sloot.
  • Wij plompten in het meer.
  • Jullie plompten in de zwemvijver.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Plompen with some of the pronouns.

  • Ik ben geplompt in het water.
  • Jij bent geplompt in de vijver.
  • Hij/Zij/Het is geplompt in de sloot.
  • Wij zijn geplompt in het meer.
  • Jullie zijn geplompt in de zwemvijver.