opzuigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zuig op | zoog op | heb opgezogen |
jij, je, u | zuigt op | zoog op | hebt opgezogen |
hij, zij, het | zuigt op | zoog op | heeft opgezogen |
wij | zuigen op | zogen op | hebben opgezogen |
jullie | zuigen op | zogen op | hebben opgezogen |
zij, ze | zuigen op | zogen op | hebben opgezogen |
PresensBeta
Example presens sentences for Opzuigen with some of the pronouns.
- Ik zuig de kamer op voordat mijn gasten arriveren.
- Hij zuigt de stof van het tapijt met een stofzuiger.
- Wij zuigen het water op met een spons na de overstroming.
- Jullie zuigen energie op tijdens het sporten.
- De plant zuigt voedingsstoffen op uit de grond.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opzuigen with some of the pronouns.
- Vroeger zoog ik altijd stof op met een bezem.
- Toen ik jonger was, zoog ik graag sap op door een rietje.
- Wij zoogden het water op met emmers toen de pomp kapot was.
- Jullie zoogden alle informatie op als een spons tijdens de presentatie.
- De wortels van de plant zoogen voedingsstoffen op uit de grond.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opzuigen with some of the pronouns.
- Ik heb het vuil opgezogen van de vloer.
- Hij heeft alle informatie opgezogen tijdens de les.
- Wij hebben de olie opgezogen met behulp van een absorberende doek.
- Jullie hebben veel kennis opgezogen tijdens jullie studie.
- De spons heeft al het water opgezogen dat gemorst was.