overzetten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zet over | zette over | heb overgezet |
jij, je, u | zet over | zette over | hebt overgezet |
hij, zij, het | zet over | zette over | heeft overgezet |
wij | zetten over | zetten over | hebben overgezet |
jullie | zetten over | zetten over | hebben overgezet |
zij, ze | zetten over | zetten over | hebben overgezet |
PresensBeta
Example presens sentences for Overzetten with some of the pronouns.
- Ik zet de boeken over naar de nieuwe bibliotheek.
- Jij zet de foto's over naar je computer.
- Hij zet de gegevens over naar het nieuwe systeem.
- Wij zetten de meubels over naar de andere kamer.
- Zij zetten de bestanden over naar de externe harde schijf.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overzetten with some of the pronouns.
- Vroeger zette ik de DVD's altijd over naar mijn computer.
- Toen ik jonger was, zette jij de tekeningen over naar papier.
- Hij zette regelmatig de nummers over naar zijn afspeellijst.
- Wij zetten vroeger de videobanden over naar DVD.
- Elke week zetten zij de taken over naar het volgende bord.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overzetten with some of the pronouns.
- Ik heb de documenten overgezet naar de juiste map.
- Jij hebt de muziekbestanden overgezet naar je mp3-speler.
- Hij heeft de website overgezet naar een nieuwe hostingprovider.
- Wij hebben de presentatie overgezet naar PowerPoint.
- Zij hebben de contacten overgezet naar hun nieuwe telefoon.