parlementeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | parlementeer | parlementeerde | heb geparlementeerd |
jij, je, u | parlementeert | parlementeerde | hebt geparlementeerd |
hij, zij, het | parlementeert | parlementeerde | heeft geparlementeerd |
wij | parlementeren | parlementeerden | hebben geparlementeerd |
jullie | parlementeren | parlementeerden | hebben geparlementeerd |
zij, ze | parlementeren | parlementeerden | hebben geparlementeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Parlementeren with some of the pronouns.
- Ik parlementeer regelmatig met mijn collega's over onderwijskwesties.
- Jij parlementeert vaak met politici over de nieuwe wetgeving.
- Hij parlementeert momenteel met de oppositiepartijen over het belastingbeleid.
- Wij parlementeren samen met andere landen over internationale handelsbetrekkingen.
- Zij parlementeren intensief om tot een compromis te komen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Parlementeren with some of the pronouns.
- Vroeger parlementeerde ik regelmatig met politici tijdens mijn werk.
- Toen ik jong was, parlementeerde ik met mijn klasgenoten over schoolzaken.
- Hij parlementeerde vaak met de gemeenteraad als wethouder.
- In het verleden parlementeerden wij met de Europese Unie over handelsverdragen.
- Zij parlementeerden lange tijd zonder tot een akkoord te komen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Parlementeren with some of the pronouns.
- Ik heb geparlementeerd met verschillende experts tijdens de conferentie.
- Jij bent al eerder met de regering geparlementeerd over dit probleem.
- Hij heeft vorige week met de vakbonden geparlementeerd over de arbeidsvoorwaarden.
- Wij hebben uitgebreid geparlementeerd voordat we tot een besluit kwamen.
- Zij zijn succesvol geparlementeerd en hebben de benodigde steun gekregen.