inzuigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zuig in | zoog in | heb ingezogen |
jij, je, u | zuigt in | zoog in | hebt ingezogen |
hij, zij, het | zuigt in | zoog in | heeft ingezogen |
wij | zuigen in | zogen in | hebben ingezogen |
jullie | zuigen in | zogen in | hebben ingezogen |
zij, ze | zuigen in | zogen in | hebben ingezogen |
PresensBeta
Example presens sentences for Inzuigen with some of the pronouns.
- Ik zuig de lucht in als ik ga duiken.
- Hij zuigt stof op met de stofzuiger.
- Zij zuigt energie uit haar omgeving.
- Wij zuigen sap door een rietje.
- Jullie zuigen kennis op tijdens de les.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inzuigen with some of the pronouns.
- Ik zoog de lucht in toen ik ging duiken.
- Hij zoog stof op met de stofzuiger.
- Zij zoog energie uit haar omgeving.
- Wij zogen sap door een rietje.
- Jullie zogen kennis op tijdens de les.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inzuigen with some of the pronouns.
- Ik heb de lucht ingezogen toen ik ging duiken.
- Hij heeft stof opgezogen met de stofzuiger.
- Zij heeft energie uit haar omgeving gezogen.
- Wij hebben sap door een rietje gezogen.
- Jullie hebben kennis opgezogen tijdens de les.