ratificeren

Conjugations List of Ratificeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikratificeerratificeerdeheb geratificeerd
jij, je, uratificeertratificeerdehebt geratificeerd
hij, zij, hetratificeertratificeerdeheeft geratificeerd
wijratificerenratificeerdenhebben geratificeerd
jullieratificerenratificeerdenhebben geratificeerd
zij, zeratificerenratificeerdenhebben geratificeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ratificeren with some of the pronouns.

  • Ik ratificeer het verdrag.
  • Jij ratificeert de overeenkomst.
  • Hij/Zij/Het ratificeert de afspraken.
  • Wij ratificeren de beslissing.
  • Zij ratificeren de nieuwe wet.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ratificeren with some of the pronouns.

  • Ik ratificeerde het verdrag.
  • Jij ratificeerde de overeenkomst.
  • Hij/Zij/Het ratificeerde de afspraken.
  • Wij ratificeerden de beslissing.
  • Zij ratificeerden de nieuwe wet.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ratificeren with some of the pronouns.

  • Ik heb het verdrag geratificeerd.
  • Jij hebt de overeenkomst geratificeerd.
  • Hij/Zij/Het heeft de afspraken geratificeerd.
  • Wij hebben de beslissing geratificeerd.
  • Zij hebben de nieuwe wet geratificeerd.