rehabiliteren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | rehabiliteer | rehabiliteerde | heb gerehabiliteerd |
| jij, je, u | rehabiliteert | rehabiliteerde | hebt gerehabiliteerd |
| hij, zij, het | rehabiliteert | rehabiliteerde | heeft gerehabiliteerd |
| wij | rehabiliteren | rehabiliteerden | hebben gerehabiliteerd |
| jullie | rehabiliteren | rehabiliteerden | hebben gerehabiliteerd |
| zij, ze | rehabiliteren | rehabiliteerden | hebben gerehabiliteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Rehabiliteren with some of the pronouns.
- Ik rehabiliteer gevangenen in mijn werk.
- Jij rehabiliteert jezelf door hard te werken.
- Hij/zij/het rehabiliteert de reputatie van het bedrijf.
- Wij rehabiliteren gebouwen om ze nieuw leven in te blazen.
- Jullie rehabiliteren de beschadigde natuur door bomen te planten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rehabiliteren with some of the pronouns.
- Vroeger rehabiliteerde ik gevangenen in mijn werk.
- Je rehabiliteerde jezelf door hard te werken.
- Hij/zij/het rehabiliteerde de reputatie van het bedrijf.
- We rehabiliteerden gebouwen om ze nieuw leven in te blazen.
- Jullie rehabiliteerden de beschadigde natuur door bomen te planten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rehabiliteren with some of the pronouns.
- Ik heb gevangenen gerehabiliteerd in mijn werk.
- Jij hebt jezelf gerehabiliteerd door hard te werken.
- Hij/zij/het heeft de reputatie van het bedrijf gerehabiliteerd.
- Wij hebben gebouwen gerehabiliteerd om ze nieuw leven in te blazen.
- Jullie hebben de beschadigde natuur gerehabiliteerd door bomen te planten.