restylen

Conjugations List of Restylen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrestylerestyledeheb gerestyled
jij, je, urestyletrestyledehebt gerestyled
hij, zij, hetrestyletrestyledeheeft gerestyled
wijrestylenrestyledenhebben gerestyled
jullierestylenrestyledenhebben gerestyled
zij, zerestylenrestyledenhebben gerestyled

Presens

Example presens sentences for Restylen with some of the pronouns.

  • Ik restyle de oude meubels.
  • Jij restylet je kledingkast.
  • Hij/Zij/Het restylet de woonkamer.
  • Wij restylen onze tuin.
  • Jullie restylen het interieur van de winkel.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Restylen with some of the pronouns.

  • Ik restylde de oude meubels.
  • Jij restylde je kledingkast.
  • Hij/Zij/Het restylde de woonkamer.
  • Wij restylden onze tuin.
  • Jullie restylden het interieur van de winkel.

Perfectum

Example perfectum sentences for Restylen with some of the pronouns.

  • Ik heb de oude meubels gerestyled.
  • Jij hebt je kledingkast gerestyld.
  • Hij/Zij/Het heeft de woonkamer gerestyled.
  • Wij hebben onze tuin gerestyled.
  • Jullie hebben het interieur van de winkel gerestyled.