rijsttafelen

Conjugations List of Rijsttafelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrijsttafelrijsttafeldeheb gerijsttafeld
jij, je, urijsttafeltrijsttafeldehebt gerijsttafeld
hij, zij, hetrijsttafeltrijsttafeldeheeft gerijsttafeld
wijrijsttafelenrijsttafeldenhebben gerijsttafeld
jullierijsttafelenrijsttafeldenhebben gerijsttafeld
zij, zerijsttafelenrijsttafeldenhebben gerijsttafeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Rijsttafelen with some of the pronouns.

  • Ik rijsttafel regelmatig met mijn vrienden.
  • Jij rijsttafelt graag in dat restaurant.
  • Hij/Zij rijsttafelt al jarenlang tijdens speciale gelegenheden.
  • Wij rijsttafelen vaak op zaterdagavonden.
  • Jullie rijsttafelen altijd met veel plezier.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rijsttafelen with some of the pronouns.

  • Vroeger, toen ik jong was, reisde ik regelmatig naar Amsterdam om te rijsttafelen.
  • Toen we nog buren waren, nodigden ze ons regelmatig uit om samen te rijsttafelen.
  • Het weer was slecht, dus besloten we binnen te blijven en te rijsttafelen.
  • Als kind at ik vaak bij mijn grootouders en zij maakten dan altijd rijsttafel klaar.
  • Tijdens onze huwelijksreis bezochten we een exotisch eiland waar we elke avond rijsttafelden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rijsttafelen with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren gerijsttafeld met mijn familie.
  • Jij bent naar dat nieuwe rijsttafelrestaurant geweest en hebt heerlijk gegeten.
  • Hij/Zij heeft vorige week rijsttafel besteld bij een cateringbedrijf.
  • Wij hebben al meerdere keren rijsttafel uitgeprobeerd.
  • Jullie zijn naar IndonesiĆ« gereisd en hebben daar traditioneel gerijsttafeld.